Welkom bij d’Ooijevaer

De Heeren van d'OoijevaerDit verhaal begint in de vallei waar Maas en Niers samenkomen, het stadje waar fictie en realiteit droomachtig in elkaar opgaan, waar vruchtbare gronden en prachtige bossen de omgeving groen kleuren. Lang, lang geleden, nog ver onder de fundamenten van het huidige Gennep, aan de rand van de buitenmuren van de stadswal, woonde daar een klein, duister mannetje met een opvallend lange spitse neus, die in de volksmond door het leven ging als d’Ooijevaer.

Deze d’Ooijevaer was een op het eerste oog wat eenzame man, maar schijn bedroog ook toen al in zeldzaam grote mate. Want ware het niet dat veel inwoners van het stadje tussen Maas en Niers een ongegronde angst hadden voor dit zonderling figuur, was hij in bepaalde kringen een bijzonder graag geziene gast. Deze d’Ooijevaer was weliswaar geen brenger van kraamgeluk, zijn lange, spitse neus was namelijk de enige overeenkomstige eigenschap met z’n gevleugelde naamgenoot. Bovendien is hij nooit de geschiedenisboeken in gegaan als een groot minnaar. Nimmer is ergens geschreven dat d’Ooijevaer voor nazaten gezorgd heeft. Echter een bijzondere gave werd dit kleine, duistere mannetje in de loop der geschiedenis wel degelijk toebedeeld.

Bescheidenheid siert de mensch

Omstreeks 1080 zag Norbertus van Gennep (stichter der Norbertijnen) het levenslicht, geboren in diezelfde vallei waar Maas en Niers samenkomen, en groeide uit tot een ware Heilige. Wat in de geschiedschrijving niet terug te vinden is, is de innige vriendschap tussen d’Ooijevaer en deze heilige Norbertus. In de bangste dagen van Norbert, wierp d’Ooijevaer zich steevast op als beschermheer. Ook het gedachtengoed van Norbert, zou wel eens geheel afkomstig kunnen zijn van zijn minstens 1600 jaar oudere vriend d’Ooijevaer. Niet voor het eerst en niet voor het laatst piepten de jongen zoals de ouden zongen. Nooit heeft d’Ooijevaer zijn gedachtengoed geclaimd, nooit heeft d’Ooijevaer zijn rol geclaimd, hij liet alles zoals het ging en Norbertus werd heilig verklaard. En d’Ooijevaer? De grote onbekende. En dat vindt hij tot op de dag van vandaag helemaal prima.

In 1878 werd het spoorlijntje Boxtel-Wesel geopend, dat onderdeel moest worden van de hogesnelheidslijn London-Berlijn-St.Petersburg. In de boeken vind je echter niets terug over de hevige lobby die de toen minstens 2400 jaar oude d’Ooijevaer heeft moeten uitoefenen om zijn prachtige Gennep op dat traject te krijgen. Hij heeft daar nooit mee te koop gelopen. Er gaan zelfs geruchten dat hij zichzelf uit de boeken heeft geschrapt nadat dit lijntje een negatieve hoofdrol vertolkte in de bezetting van de regio door de Duitsers in WOII. Het verraad van de Maasbrug kon hij als moralistisch Gennepenaar niet verkroppen. Maar d’Ooijevaer zou d’Ooijevaer niet zijn als hij dit niet stilletjes recht zou trekken op geheel eigen wijze.

Het was februari 1945 toen de 51st Highland Division een spoedige bevrijding van Gennep mogelijk maakte. Niet geheel toevallig met de aanleg van een brug. Ditmaal over de Niers. Het hele idee en de complete tactiek achter deze bevrijding schijnt voort gekomen te zijn uit nachtelijke visioenen, ingefluisterd door een klein, duister mannetje met een lange, spitse neus. Zo was voor d’Ooijevaer, per slot van rekening kind van de vallei waar Maas en Niers samenkomen, de cirkel weer rond, een brug zorgde voor de bezetting van de regio en een brug herstelde de vrede in de regio. Maar ook hierover vindt geen mens iets terug in het geschrift. Sterker nog, d’Ooijevaer hoort er liever niets meer over. De ware helden zijn tenslotte de mensen die opereren in de kogelregen.

De meest recente bemoeienis van d’Ooijevaer stamt uit 2013. Het was zomer en er gold een weeralarm; Code Oranje. Uitgerekend die dag was een zestal heren uit wéér diezelfde vallei waar Maas en Niers samenkomen, aangewezen op de Gennepse buitenlucht voor het brouwen van hun bier. Als door een wonder lukte dit brouwsel tegen alle natuurwetten in. Later zouden de zes mannen nog voor gek verklaard worden toen zij aangaven hun ijskoude, kalme handelingen die dag, ingefluisterd te hebben gekregen door een voor hen tot die dag onbekend verschijnsel. Allen spraken afzonderlijk van elkaar over een silhouet dat verdraaid veel weg had van een ooievaar met een mensenlichaam. Tijd en besef verdween en het bier zat ineens veilig in het gistvat. Ook hiervoor eiste d’Ooijevaer geen enkel krediet op, echter weten de makers van dit bier wel beter.

Tot slot

Deze d’Ooijevaer is geen bekendheid bij het grote publiek. In geschiedenisboeken wordt hij angstvallig weggelaten. Niemand weet of dat door toedoen van d’Ooijevaer zelf is, of dat dit gebeurd is door vertellers die behoorden tot het angstige deel van de bevolking. Mensen die bijzondere capaciteiten bevatten zijn niet zelden onbemind bij leven en welzijn. Maar als je er voor open staat en dan nog eens goed het geschrift in duikt, zul je zien dat eerlijkheid het langst duurt. Heel misschien, als je aan de geboorte van een historische Gennepse gebeurtenis staat, je ogen de kost geeft, heel misschien laat hij zich dan even aan je zien.

Wij zijn overtuigd, bovenstaand verhaal kan geen toeval zijn. Deze d’Ooijevaer heeft lang, lang geleden zijn hart verpand aan zijn prachtige stadje in de vallei waar Maas en Niers samenkomen. En vanaf die ene dag dat wij ermee in aanraking kwamen, noemden wij uit pure eerbied, ons bier vanaf die dag d’Ooijevaer. Een kleine geste waar deze bescheiden ziel hopelijk vrede mee heeft.

Welkom bij d’Ooijevaer